Achtergrond Waterwet

Eind 2009 is de Waterwet van kracht geworden, inclusief de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving (Waterbesluit, Waterregeling en verordeningen van provincies en waterschappen). Een aantal oude wetten voor het waterbeheer, of delen daarvan, zijn toen ingetrokken.

De zes vergunningen uit vorige 'waterbeheerwetten', zoals de aloude Wvo-vergunning, zijn opgegaan in één watervergunning. Eén watervergunning dus voor alle wateractiviteiten. Ook de 'keurvergunning' op grond van de keur (een verordening) van een waterschap is nu een watervergunning. Het bevoegde gezag moet de vergunning nu aan veel onderdelen van het waterbeheer toetsen.

De volgende wetten, of delen daarvan, zijn opgegaan in de Waterwet:

Via de Invoeringswet Waterwet is de saneringsregeling voor waterbodems van de Wet bodembescherming overgebracht naar de Waterwet. Praktische betekenis hiervan is bijvoorbeeld dat er vooraf geen
saneringsverplichting meer geldt voor een verontreinigde waterbodem.

Met de komst van de Waterwet zijn veel voorheen vergunningplichtige activiteiten in het watersysteem onder algemene regels gebracht. Een melding aan het bevoegde gezag is dan genoeg. De Waterwet heeft de administratieve lasten voor burgers en bedrijven verminderd. Dit komt doordat er nu nog maar één watervergunning is. Daarnaast vallen er meer activiteiten onder algemene regels.


Zie ook FAQ's Waterwet