Kennisbasis Bodem en energievoorziening

  • Fossiele brandstoffen –winning. Algemeen wordt verwacht dat aardolie, aardgas en kolen de komende decennia dominant blijven in de energiemix op mondiaal en op Europees en nationaal niveau. Er wordt steeds meer geïnvesteerd in innovatieve technieken voor de winning van moeilijk en onconventioneel winbare voorraden (kleine gasvelden, in zee, schaliegas). Sinds 2010 wordt schaliegas benoemd als optie voor gaswinning. Hoewel inmiddels veel onderzoek naar effecten is gedaan, is de maatschappelijke weerstand groot en heeft het kabinet in juli 2015 besloten deze kabinetsperiode niet naar schaliegas te boren. Functies in de diepe ondergrond zoals winning van fossiele brandstoffen, inclusief schaliegas worden opgenomen in de nationale structuurvisie ondergrond STRONG.
  • Fossiele brandstoffen –effecten Door gaswinning daalt de bodem in een deel van de provincie Groningen. Deze bodemdaling gaat over het algemeen langzaam. De bodemdaling heeft voornamelijk gevolgen voor de waterhuishouding: de waterstand in sloten, meren en kanalen zal hoger worden en de grondwaterstand zal stijgen wat kan leiden tot lagere opbrengsten voor de landbouw. Ook vermindert de doorvaarthoogte van bruggen en komen oeverconstructies en kanaaldijken lager te liggen, waardoor schade kan optreden. Verder verminderen de hoogtes van zeedijken, zeesluizen en buitendijks gelegen terreinen ten opzichte van de zeespiegel. Momenteel loopt in Nederland een verkenning naar het opstellen van een Nationale Informatievoorziening Bodembeweging (getrokken door EZ/ IenW/Rijkswaterstaat). Hiermee zou een open en transparante database bewerkstelligd kunnen worden. Wat daarbij aanvullend kan zijn is een gekoppeld onderzoeks- en innovatieprogramma, om niet alleen de bestaande data bij elkaar te voegen, maar ook meerwaarde te creëren door verbanden te leggen tussen data en producten op te leveren die beleidsondersteunend werken en uitgeprobeerd zijn (best practices). Voorlopig is dit nog niet ingevuld. Ook veroorzaakt de gaswinning in Groningen aardbevingen. Het kabinet heeft laten onderzoeken wat de gevolgen hiervan zijn voor gebouwen, huizen, buisleidingen, dijken en hoogspanningskabels.
  • Opslag. Met name de snelle groei van fluctuerende energiebronnen, zoals zon en wind, kan het functioneren van ons energiesysteem wezenlijk gaan beïnvloeden omdat onze stroomvoorziening steeds meer afhankelijk wordt van de weersomstandigheden. Zonder implementatie van energieopslag-systemen en andere maatregelen die de flexibiliteit van ons energiesysteem vergroten, ontstaan mogelijk nog voor 2030 problemen met het handhaven van de systeembalans voor elektriciteit en met de handhaving van de spanningskwaliteit[19]. Voor het gebruik van de ondergrond betekent dit ondergrondse energieopslag in de vorm van gasopslag (UGS), opslag van (rest)warmte en koude, opslag van perslucht maar ook de conversie van elektriciteit naar warmte en de daaraan gerelateerde opslag. Warmte- en koude-opslag heeft in Nederland een snelle vlucht genomen. Waarbij veel onderzoek is gedaan naar organisatie (inpassing in wet- en regelgeving, koppelen vraag en aanbod), energiebalansen, effecten van WKO op bodemecologie, effectiviteit en interferentie van systemen en functiecombinaties zoals met grondwatersanering. Naast energieopslag is ook ondergrondse opslag van CO2 (CCS/CCU) volgens vele scenario’s een onmisbare (tijdelijke) tussenstap om klimaatverandering te beperken
  • Bodemenergie Bij de opkomst van hernieuwbare energiebronnen hoort de warmtewinning uit de diepe ondergrond (geothermie). De afgelopen jaren is in Nederland onderzoek uitgevoerd naar de (lokale) mogelijkheden van geothermie en de risico’s voor de bodem, ondergrond grondwater en effecten van de winning van geothermie op het natuurlijk systeem.
  • Ruimtelijke ordening van de ondergrond. In Nederland en andere Europese lidstaten is de snelle groei waarneembaar van het aantal lokale en regionale initiatieven[20] op het gebied van energiebesparing en de opwekking van hernieuwbare energie. Decentrale energieopwekking maakt van nabijheid een belangrijke factor: energie-efficiëntie wordt vooral op gebiedsniveau gerealiseerd. De ruimtelijke ordening van (ondergrondse) transportnetwerken voor warmte, gas en elektriciteit is hierbij aandachtspunt.

bodemenergie_IMG_4367_572_343