Kennisbehoefte dwars over de thema’s heen

Niet alleen binnen de thema’s in deze kennisagenda bestaat een kennisbehoefte, een deel van de kennisbehoefte is zelfs thema-overstijgend. Opvallend is dat dit zowel kennis over (de werking van) het natuurlijk systeem betreft als kennis over het gedrag van bestuur en maatschappij. Daarnaast zijn het evengoed inhoudelijke vraagstukken als praktische opgaven.

Ook deze thema-overstijgende kennisbehoefte, die dwars op de thema’s staat, is ingedeeld in een aantal categorieën:

  • Governance
  • Kennis en vaardigheden
  • Systeemkennis
  • Natuurlijk kapitaal
  • Data en informatievoorziening
  • Landgebruik
  • Veiligheid
  • Omgaan met onzekerheden

In Figuur 3.8 zijn de thema’s uit de kennisagenda bodem en ondergrond en de dwarsverbanden gevisualiseerd. Over de kleuren: planologen spreken vaak in de termen rood, groen en blauw. Daarmee bedoelen ze bebouwing, groen en water. Het oranje hieronder staat voor energie en grondstoffen.

Visualisatie in een kruistabel, waarin verticaal thema-overstijgende kennisbehoefte (Governance, Kennis en vaardigheden, Systeemkennis, Natuurlijk kapitaal, Data en informatievoorziening, Landgebruik, Veiligheid, Omgaan met onzekerheden) horizontaal de thema's (Landbouw en voedsel, Leefbaarheid landelijk gebied en natuur, Klimaatverandering, Water, Gezonde slimme stad, Mobiliteit en transport, Bodemkwlaiteitszorg, Duurzame energievoorziening, Efficiënt gebruik grondstoffen).
Figuur 3.8: maatschappelijke opgaven en dwarsverbanden

Governance – ‘Goed bestuur’

Het in balans brengen en houden van het natuurlijk systeem en de maatschappij vraagt een ‘goed bestuur’. Binnen alle thema’s zijn dan ook vragen actueel die verband houden met dit goede bestuur. Dit zijn vragen die niet direct gaan over het natuurlijk systeem en de interactie met de maatschappelijke omgeving, maar over hoe we kunnen samenwerken, met wie we moeten samenwerken, wie wanneer invloed kan uitoefenen en welke juridische, economische en financiële instrumenten er zijn om te sturen.

Een voorbeeld van een governance vraag is: Hoe kan er inhoud en uitvoering worden gegeven aan een visie op duurzaam gebruik van de ondergrond terwijl de ondergrond in eigendom van een derde partij is en er geen juridische instrumenten zijn om deze partij te dwingen om de visie in praktijk te brengen?

Kennis en vaardigheden

Het oplossen van vraagstukken op het gebied van de (verstoring van de) balans tussen het natuurlijk systeem en de maatschappij vraagt meer dan alleen inhoudelijke kennis. Vaardigheden als het vertalen van kennis naar de praktijk en het spreken van dezelfde beleidstaal zijn aspecten die ervoor zorgen dat kennis ook echt gebruikt gaat worden op die plaatsen waar zij nodig is. Het vertalen van de behoefte naar een kennisvraag en van kennis van de wetenschap naar de praktijk wordt ook wel de “science-policy-interface”. genoemd

De ‘science-policy-interface’ is extra belangrijk bij de vraagarticulatie en bij goed opdrachtgeverschap. Zonder enige basiskennis is het voor de opdrachtgever lastig om de juiste onderzoeksvraag op het gebied van bodem en ondergrond te formuleren. Het uitzetten van het juiste onderzoek en het sturen op het eindresultaat gaat dan erg moeizaam.

De ‘science-policy-interface’ en het ontwikkelen van vaardigheden waarmee kennis kan worden vertaald naar nieuwe kennisvragen, toepassingen, ervaringen en informatie is het domein van de derde pijler in de kennisinfrastructuur bodem en ondergrond, de pijler kennisdoorwerking. Desondanks geldt ook voor vragen vanuit dit dwarsverband dat zij onderdeel zouden moeten zijn van de kennisontwikkeling op de inhoudelijke en strategische vragen op het gebied van bodem en ondergrond.

Systeemkennis

Om te begrijpen hoe de wisselwerking tussen de maatschappij en het natuurlijk systeem in elkaar zit is kennis van zowel de maatschappij als het natuurlijk systeem onontbeerlijk. Deze kennisagenda richten zich primair op de werking van dit natuurlijke systeem. De processen die binnen dit natuurlijk systeem spelen bepalen in grote mate de potenties van het natuurlijk systeem zoals het uiterlijk en de robuustheid van onze natuurlijke landschappen en de mogelijkheden voor landbouw. De processen in dit systeem worden weer beïnvloed door het type sediment, de chemische samenstelling, de temperatuur, redoxpotentiaal en zuurgraad, de waterhuishouding, de biologie enz.

Kennisvragen die in de categorie systeemkennis vallen zijn bijvoorbeeld vragen als: Welke externe invloeden hebben invloed op het systeem? Welke invloed heeft het systeem op maatschappelijke ontwikkelingen en ingrepen? Wat is de flexibiliteit van het systeem onder invloed van ingrepen? Wat is de connectiviteit binnen het systeem?

Natuurlijk Kapitaal

ka_3.9_006s_nkn14

Figuur 3.9: Natuurlijk kapitaal (ecosysteemdiensten) in Nederland (bron: PBL, WUR, CICES)


De bijdrage van het natuurlijk systeem aan de maatschappij kan worden uitgedrukt via natuurlijk kapitaal. Dit zijn de natuurlijke hulpbronnen (biodiversiteit en ecosystemen) die het vermogen bezitten om de mens diensten te leveren. Bijvoorbeeld de bescherming tegen overstroming door de duinen of het vastleggen van CO2 door bossen en laagvenen.

Een belangrijk kenmerk van het natuurlijk kapitaal is dat het hernieuwbaar is, maar ook dat het uitgeput kan worden als er meer van gebruikt wordt dan er bijgroeit/wordt gevormd. In Nederland voorzien ecosystemen op dit moment voor geen enkele ecosysteemdienst in de totale vraag naar de dienst vanuit de maatschappij.

De kennisbehoefte op het gebied van natuurlijk kapitaal (ecosysteemdiensten) richt zich met name op wat dit natuurlijke kapitaal van de bodem en ondergrond is en hoe dit op een duurzame manier kan worden beheerd en geëxploiteerd.

Data- en informatievoorziening

Data- en informatiemanagement worden steeds belangrijker nu er steeds meer data en informatie beschikbaar is. Doel van data- en informatiemanagement is het beschikbaar maken en houden van data en informatie, zodat de beoogde gebruikers deze ook kunnen vinden en gebruiken.

Door nieuwe technologieën en steeds uitgebreidere data-opslagsystemen is een dagelijks groeiende hoeveelheid data beschikbaar. Voor bodem en ondergrond biedt deze data nog veel ongekende mogelijkheden. Door deze data met elkaar te combineren en te analyseren zijn nieuwe inzichten, concepten en strategieën te ontwikkelen.

Het ontsluiten en gebruik van (nieuwe) data resulteert in vragen die grofweg uiteen vallen in twee categorieën. Enerzijds zijn er de vragen die  gaan over de betrouwbaarheid, de eigendom en de beschikbaarheid van data. Anderzijds zijn er de vragen die gaan over wat we kunnen met deze data en informatie.

Specifiek voor bodem en ondergrond is de data- en informatievoorziening in de vorm van de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Hierbij worden in één centrale database de publieke gegevens van de Nederlandse ondergrond verzameld en ontsloten. De wet Basisregistratie Ondergrond zorgt ervoor dat alle publieke gegevens over de ondergrond van Nederland beschikbaar zijn in één centrale database. Het betreft bijvoorbeeld over welke grondsoort waar voorkomt, over metingen van de grondwaterstand, en over olie- en gasvoorraden in de diepe ondergrond. De BRO bouwt daarbij voort op bestaande registraties van ondergrondgegevens, zoals DINO (Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond) van TNO, Geologische Dienst Nederland (GDN) en BIS Nederland (Bodem Informatie Systeem) dat wordt beheerd door Alterra. Ook worden de diepe mijnbouw-gerelateerde gegevens, die momenteel worden verstrekt via NLOG (NL Olie-en Gasportaal), opgenomen in de BRO. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu Infrastructuur en Waterstaat) is registratiehouder van de BRO en voert sinds januari 2015 de regie over de totstandkoming van de BRO.

Landgebruik en landmanagement

Landgebruik is het (menselijke) gebruik van het land voor een bepaald doel, zoals wonen, werken of recreëren. Omdat (veranderingen in) landgebruik effect kan/kunnen hebben op de potenties van het natuurlijk systeem en de impact hiervan op de thema’s uit deze kennisagenda valt landgebruik onder de dwarsverbanden. Belangrijke kennisvraag die valt in de categorie landgebruik is de vraag hoe landgebruik het natuurlijk systeem beïnvloed en vise versa.

Landmanagement staat voor de manier waarop gestuurd wordt op (de ontwikkeling van) het landgebruik. Naast de fysische, chemische en biologische kenmerken van het natuurlijk systeem zijn ook de eigendomssituatie en economische drivers bepalend voor de mogelijkheden om het landgebruik te managen. Binnen ‘duurzaam landmanagement’ is duurzaam gebruik van natuurlijk kapitaal (ecosysteem diensten) zelfs een van de uitgangspunten voor het management.

De Wereld Bank definieert duurzaam landgebruik als een op kennis gebaseerd proces in een veranderende wereld met een spanningsveld tussen behoud van milieukwaliteit en natuurlijk kapitaal aan de ene kant en groei in productiviteit van de landbouw en bosbouw en de concurrentie om beschikbare ruimte in relatie tot de groei van de wereldbevolking aan de andere kant. Duurzaam landmanagement helpt bij het verbinden van land, water, biodiversiteit en milieumanagement en het behoud van ecosysteemdiensten met de stijgende voedsel- en fibereisen. Duurzaam landmanagement is noodzakelijk om de groeiende wereldbevolking een bepaalde levenstandaard te bieden. Onjuist landgebruik en -management kan leiden tot bodemdegradatie en een aanzienlijke vermindering van de productie en natuurlijk kapitaal (biodiversiteit, schone zoet watervoorraad, vastleggen van koolstof).

De kennisbehoefte op het gebied van landgebruik en duurzaam landmanagement spits zich vooral toe op de volgende vragen:

  • Wat is de toekomstvisie (omgevingsvisie) van Nederland op het landgebruik, boven- en ondergronds, in relatie tot het natuurlijk systeem en welke kennis hebben we hiervoor nodig?
  • Kan landmanagement in Nederland worden verbonden aan (lokaal) kenmerkende ecosysteemdiensten, de realisatie van specifieke (gebieds)functies en de mogelijkheden van eco-engineering of building with nature?

Veiligheid en gezondheid

‘Veiligheid en gezondheid’ is een terugkomend aspect in de kennisbehoefte. Ingrepen, oplossingen en maatregelen moeten veilig zijn voor milieu, ecosysteem en mens. Daarbij mogen deze oplossingen geen risico’s opleveren voor de gezondheid van de mens en de gezondheid van het natuurlijk systeem. Veiligheid heeft betrekking op het beschermd zijn tegen gevaar en externe risico’s. Gezondheid gaat over de toestand, het functioneren en de mate waarin er sprake is van intern evenwicht waarin iets of iemand verkeerd.

De kennisbehoefte op het gebied van veiligheid komt vooral voort vanuit een besef het natuurlijk systeem te moeten beschermen tegen risico’s van buiten af. Daarnaast vormt het natuurlijk systeem onderdeel van de mate van veiligheid van de maatschappij, zo speelt het natuurlijk systeem een belangrijke rol in de hoogwaterveiligheid van Nederland, maar ook bij de veiligheid rond de bodembewegingen in Groningen. Een van de kennisvragen die speelt op het gebied van veiligheid is de vraag hoe is de veiligheid van het natuurlijk systeem te waarborgen?

ka_3.10

Figuur 3.10: de gezonde bodem (bron: www.permacultuurnederland.org)


De kennisbehoefte op het gebied van gezondheid hangt vooral samen met het denkbeeld van wat gezond is: Wanneer spreken we van een gezonde bodem en ondergrond en hoe behouden we een gezonde bodem? Wanneer levert het natuurlijk systeem gezondheidsrisico’s op voor mens en ecosystemen en hoe kan de maatschappij daar tegen worden beschermd?

Omgaan met onzekerheden

De effecten van ingrepen in het natuurlijk systeem zijn niet altijd voorspelbaar en/of bekend. Ook geven trends zoals klimaatopwarming, schaalvergroting in de landbouw, bevolkingskrimp veel onzekerheden. Omgaan met deze onzekerheden betekent het kunnen anticiperen op/rekening houden met onzekerheden over risico’s, gevolgen en effecten. Omgaan met onzekerheden is gerelateerd aan de beschikbaarheid en het toepassen van bestaande kennis en de soms relatief beperkte kennis over het functioneren van de ondergrond en daarmee samenhangende onzekerheden.