Wijzigingen over bodembescherming in de vierde tranche

Gepubliceerd 20 oktober 2015

Door de 4e tranche wijzigingen van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn er ook wijzigingen op het gebied van bodembescherming doorgevoerd. Zo zijn er nieuwe en aangepaste bodemvoorschriften opgesteld die verduidelijking en minder verwijzingen beogen. Zoals het maatwerk voor een aanvaardbaar bodemrisico en het toevoegen van betonnen constructies naast stalen en kunststof tanks.

Zo zijn er ook nieuwe activiteiten onder algemene regels komen te vallen die bodembedreigend zijn. Naast het opnemen van uitzonderingsbepalingen wordt er niet meer verwezen naar het aangewezen normdocument volgens het Besluit Bodemkwaliteit. In het voorschrift wordt direct de BRL K903 benoemd en zijn de referentieperiodes voor mestbassins in de voorschriften opgenomen in plaats van te verwijzen naar de BRL 2342.

Wat wijzigt er?

Hieronder volgt een overzicht van de wijzigingen.

Nieuwe activiteiten over bodem

  • 3.1.7. Handelingen in een oppervlaktewaterlichaam. Bodemvoorschrift (AB art 3.6d lid 2)
  • 3.5.8. Kleinschalig vergisten van uitsluitend dierlijke meststoffen. Bodemvoorschrift (AR art 3.102a, 3.102c)
  • 3.8.2. Buitenschietbanen. Bodemvoorschrift (AR 3.116)
  • 3.8.4. Coaten of lijmen van planten of onderdelen van planten. Bodemvoorschrift (AR 3.122)
  • 3.8.5. Fokken, houden of trainen van vogels of zoogdieren. Bodemvoorschrift (AR 3.124)
  • 4.5.13. Smelten en gieten van metalen. Bodemvoorschrift (AR art 4.84.8)

Nieuwe voorschriften over bodem

  • Van kracht worden van de Handreiking bezinkbassins bloembollensector: Handreiking aanleg, beheer en monitoring bezinkbassins voor de bloembollensector (SIKB, versie van 20.02.2014)
  • Voldoen aan Handreiking bezinkbassins bloembollensector (AR art 3.94a, 3.94b)
  • Toevoeging opslag van pekel in een ondergrondse opslagtank of betonnen constructie die geheel of gedeeltelijk ondergronds ligt ((AR art 2.2 lid 4)
  • Toevoegen van betonnen constructies bij de opslag in tanks inclusief voorschriften, naast staal en kunststof (AB §3.4.2, AR §3.4.2)
  • Controle water en bezinksel bij bovengrondse tank mag nu door getraind persoon (kan iedereen zijn) en hoeft niet meer door gecertificeerd persoon (AR art 3.71d lid 8)
  • Toevoeging lekdetectie volgens BRL K796 (AR art 3.71f lid 2b + 3.71g lid 2)
  • Extra bodemvoorschriften bij 4.8.9 In werking hebben van een crematorium of het in gebruik hebben van een strooiveld (AR art 4.114 lid 10, 11 en 12)

Bodembescherming vierde tranche

Uitzonderingsbepalingen over bodem

  • Geomembraanbaksysteem aangelegd voor 1-12-2001 (AR art 2.1 lid 7)
  • uitwendig wassen motorvoertuigen of werktuigen of van spoorvoertuigen (AB art 3.23)
  • Controle lekdetectie (AR art 4.15a lid 4)
  • Aanbrengen ontkistingsmiddelen (AR art 4.84j lid 2 en3)
  • Vloeistofdichte riolering bij tankstations (AR art 4.94 lid 8)

Maatwerkbepalingen over bodem

  • Aanvaardbaar bodemrisico (AB art 2.9a)

Minder verwijzinge n over bodem

  • Direct BRL K903 benoemen in plaats van verwijzen naar aangewezen normdocument volgens het Bbk (AR art 3.10 lid 2, 3.71d lid 2a, 3.71f lid 2a, 3.71g lid 2a, 4.9a lid 1, 4.15, 4.18 lid 2 en 4.18a lid 2)
  • Uitschrijven referentieperiodes voor bovengrondse mestbassins in plaats van verwijzen naar BRL 2342 (AR art 3.68)
  • Uitschrijven referentieperiodes voor ondergrondse mestbassins in plaats van verwijzen naar BRL 2342 (AR art 3.69)

Verduidelijking over bodem

Activiteitenbesluit artikel 2.8b

  • 1 Deze afdeling is van toepassing op degene die:
  1. een inrichting type A of een inrichting type B drijft of een inrichting type C waartoe een IPPC-installatie behoort, of
  2. een inrichting type C drijft waartoe geen IPPC-installatie behoort, voor zover binnen de inrichting activiteiten worden verricht waarop hoofdstuk 3 van toepassing is.

Bedoeld wordt:

Dat Afdeling 2.4 van toepassing is op de gehele inrichting van type A en B bedrijven en type C bedrijven met een IPPC-installatie. Voor type C bedrijven zonder IPPC-installatie geldt Afdeling 2.4 alleen voor de activiteiten die onder hoofdstuk 3 vallen.