Gezamenlijk initiatief van start: onderzoek relatie puin en verdenking op asbest

Gepubliceerd 11 juli 2017

Tijdens een bijeenkomst op 21 juni 2017 hebben een groot aantal organisaties toegezegd om een bijdrage te leveren aan een gezamenlijk onderzoek naar de relatie tussen het voorkomen van puin in de bodem en de daadwerkelijk aanwezigheid van asbest. Door middel van het opbouwen en analyseren van een database, verwachten we meer inzicht te krijgen in deze relatie op nationaal niveau. De resultaten van het onderzoek kunnen op termijn wellicht aanleiding zijn om de eisen aan vooronderzoek (uit de NEN normen) bij bodemonderzoek en partijkeuringen te herzien.

Aanleiding en achtergrond

Naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) aandacht gevraagd voor onderzoek op asbest bij partijkeuringen en bodemonderzoek waarbij puin wordt aangetroffen. Bijlage E van NEN 5707 geeft handvatten voor de beoordeling en motivatie of de aanwezigheid van puin wel of niet leidt tot een verdenking op asbest. In de veelgestelde vragen Asbest in bodem wordt hier nader op ingegaan.

Door sommige partijen wordt ter discussie gesteld dat de aanwezigheid van puin een goede voorspeller is voor de aanwezigheid van asbest. Diverse organisaties geven aan te beschikken over onderzoeksgegevens op basis waarvan andere conclusies getrokken kunnen worden. Ook doen sommigen de suggestie om een minimaal percentage aan bijmengingen met puin te hanteren voor de verdenking op asbest. Aanpassing van de eisen uit vooronderzoek kan pas plaatsvinden nadat de relatie tussen de aanwezigheid van puin en asbest eerst op landelijk niveau en door een onafhankelijke partij is onderzocht. De bijeenkomst op 21 juni vormde de eerste aanzet om te komen tot een onderzoek.

Groot aantal partijen betrokken

De bijeenkomst van 21 juni was georganiseerd door Alexander Koenders (voorzitter van de NEN projectgroep asbest), de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB) en Rijkswaterstaat Bodem+. Bij het initiatief zijn een groot aantal organisaties betrokken. Vanuit het bedrijfsleven nemen onder andere de VKB, diverse adviesbureaus, de Branche Organisatie Grondbanken (BOG) en diverse netbeheerders deel, maar ook NEN en SIKB zijn erbij betrokken. Vanuit de overheid zijn een aantal gemeenten en omgevingsdiensten, een waterschap en de rijksoverheid (Rijkswaterstaat en de ILT) aangehaakt.

Kwaliteitseisen aan database, onderzoek door onafhankelijke instelling

Door de deelnemers is uitgesproken dat het belangrijk is dat de database die opgebouwd gaat worden aan een aantal (kwaliteits)criteria moet voldoen. Ook is van belang dat de analyse van de database door een onafhankelijke organisatie uitgevoerd moet worden. Een projectvoorstel met het doel en uitgangspunten van het onderzoek en een standaard format voor de criteria in de database, wordt de komende maanden in een kleine werkgroep nader uitgewerkt. Ook de financiering van het project maakt hier deel van uit. Alle betrokken organisaties zijn bereid de database gezamenlijk en op eigen kosten op te bouwen.

Zodra het projectvoorstel gereed is, zullen de initiatiefnemers hierover breed communiceren. Ook andere organisaties zijn dan van harte welkom om deel te nemen aan het initiatief en mee te werken aan het opbouwen van de database. Voor deelname aan het onderzoek kun u contact opnemen met Alex Koenders (06 – 46046141), Peter van Mullekom (06 – 22749082) of Marcel Cassee (marcel.cassee@rws.nl). Het projectvoorstel is waarschijnlijk kort na de zomer van 2017 gereed.