Aanpak historische verontreinigingen goed op stoom

Gepubliceerd 27 maart 2018

De stuurgroep OB&G is eind februari akkoord gegaan met de monitoringsrapportage 2017 over de voortgang van de convenantafspraken op het gebied van de historische verontreinigingen. De rapportage is tot stand gekomen op basis van de opgaven van voortgang van de 41 bevoegde overheden.

De planning van de overheden geeft aan dat vrijwel alle locaties uiterlijk 2020 in uitvoering of afgerond zullen zijn. Bij een groot deel van de overheden zijn de beschikbare financiële middelen afdoende voor de in het convenant geformuleerde opgave op het gebied van locaties met onaanvaardbare risico’s.

Bij een substantieel deel van de locaties is of zal de uitvoering zijn gestart in 2020, maar daarbij zal de definitieve beheersing van de risico’s en afhandeling van de locaties worden gefinaliseerd na 2020 (of is zelfs eeuwigdurend). Ook op het gebied van nazorg, diffuse verontreinigingen, gebiedsgericht grondwaterbeheer, waterbodems, nieuwe verontreinigingen hebben verschillende overheden een opgave die na 2020 doorloopt. Daarnaast zullen bij reguliere bouwactiviteiten ook na 2020 verontreinigde locaties (niet-spoed werkvoorraad) worden aangepakt.

Uit de monitoring blijkt dat de problematiek rondom diffuse bodemverontreiniging als gevolg van de grotere risico’s van loodverontreinigingen omvangrijker is dan gedacht en dat de problematiek met nieuwe verontreinigingen, bijvoorbeeld PFAS, steeds vaker leidt tot behoefte aan nieuw handelingsperspectief en in een aantal gevallen tot substantiële financiële inzet. Deze nieuwe inzichten leiden bij sommige bevoegde overheden tot een grotere opgave dan was voorzien bij het afsluiten van het convenant.


zie ook