Masterclass Meervoudige Financiering:

Gepubliceerd 9 juli 2018

“Vraaggestuurd met een focus op concrete projecten”

De masterclasses meervoudige financiering, waarvan er in 2016 en 2017 in totaal zeven zijn georganiseerd, hebben zich als werkwijze steeds meer bewezen en zijn steeds meer ingebed geraakt bij de aanpak van maatschappelijke opgaven. Hoe krijgen de masterclasses dit jaar vorm en waar liggen de belangrijkste aandachtspunten?

“Waar het bij meervoudige financiering en het denken in toekomstwaarden in feite om gaat, is het toevoegen van waarde”, stelt Hanneke Puts van TNO, die aan de wieg stond van de masterclasses. “Het gaat om het zoeken naar een antwoord op de vraag hoe je extra waarde kunt toevoegen aan een gebied en hoe je volgende investeringen aantrekkelijker kunt maken. Die gedachte wordt door steeds meer partijen omarmd.”

Stevige voet aan de grond

“Het denken in meervoudigheid heeft inderdaad stevig voet aan de grond gekregen”, zegt Jurgen van der Heijden, van AT Osborne, samen met Hanneke Puts een van de initiatiefnemers van de masterclasses. “Bij waterschappen zit dat denken al heel diep in de vezels. Tegelijkertijd zie je dat gemeenten, maar ook andere partijen, erg moeten wennen aan bijvoorbeeld uitdagingen op het gebied van een aardgasloze toekomst. Bodemenergiesystemen gaan een belangrijke rol spelen in aardgasloze wijken. Maar hoe koppel je dergelijke systemen nou aan andere maatschappelijke opgaven zoals klimaatadaptatie, waterzuivering of wateropslag, of natuur. Lang niet alle partijen die daarmee aan de slag moeten, hebben een antwoord op die vragen.”

Gedachtegoed in praktijk toetsen en toepassen

De manier waarop de masterclasses partijen ondersteunen bij het vormgeven van ‘denken in toekomstwaarden,’ kent ten opzichte van de eerste twee jaar een wat andere vorm. Van der Heijden: “Een van de verschillen is dat we de masterclasses aanvankelijk voor een redelijk vaste groep organiseerden. Dat hebben we losgelaten. We doen het nu eigenlijk ‘overal en nergens’ en we richten ons daarbij niet meer op die vaste groep. Hanneke Puts vult aan: “We zijn de beginjaren vooral bezig geweest met het ontwikkelen van het gedachtegoed dat ten grondslag ligt aan het bouwen van meervoudige business cases voor het denken in toekomstwaarden. Nu willen we dat gedachtegoed meer in de praktijk toetsen en toepassen. Daarmee bereiken we enerzijds een bredere verspreiding van het gedachtegoed en bovendien sluiten we beter aan op de praktijk. Dat betekent ook dat we meer vraaggestuurd met concrete projecten aan de slag zijn.”

Ontwikkeling fonds ondergebracht in apart traject

Een andere belangrijke andere ontwikkeling is de loskoppeling van de oprichting van een fonds voor meervoudige financiering. “Die oprichting volgt nu een eigen traject”, zegt Van der Heijden. “Binnen de masterclasses is op een gegeven moment het idee ontstaan om een fonds in het leven te roepen dat voor financiering van meervoudigheid aangewend kan worden. Maar het gesprek over dat fonds werd heel dominant in de masterclasses. Er is daarom nu een apart project van gemaakt. En in de masterclasses richten we ons nu weer meer op inhoudelijke thema’s. Natuurlijk speelt zo’n fonds op een gegeven moment wel weer een rol bij een inhoudelijk thema. Maar dan als een instrument dat toegepast kan worden om het thema wind in de zeilen te blazen.”

Herinrichting oude stortplaats

De herinrichting van oude stortplaatsen is zo’n inhoudelijk thema, dat erg gebaat zou zijn bij een fonds voor meervoudige financiering. Marcel Rozing van Afvalzorg, de beheerder van een groot aantal stortplaatsen in Nederland: “Een geslaagd voorbeeld van een project waarbij denken in toekomstwaarden en meervoudige financiering een rol speelt, is de beoogde sanering van stortplaats Groenewoud, in de Noord-Hollandse gemeente Wijde Meren. Er zijn in het verleden al eens pogingen gedaan om de stortplaats te saneren. Maar dat mislukte in eerste instantie; het werd te ingewikkeld en te duur. Uiteindelijk heeft Afvalzorg voorgesteld de stortplaats te saneren en dit te financieren door het bouwen van waterwoningen. Door het afgraven van de grond die we nodig hebben voor de sanering ontstaat het – nieuwe – water dat nodig was voor de waterwoningen.”

Sanering stortplaats, woningbouw en natuurontwikkeling

“De toegevoegde waarde is dat het creëren van water door het afgraven van grond een hogere natuurwaarde heeft dan de grond die er nu ligt”, vervolgt Rozing. “We saneren dus een stortplaats, realiseren woningen en maken er nieuwe natuur. De eigenaar van de grond waar die waterwoningen moeten komen – Natuurmonumenten – vindt dat in principe een goed idee. Ook de gemeente staat achter de plannen. En er zijn inmiddels ook partijen bereid gevonden bij te dragen aan de infrastructurele uitdagingen die door de gebiedsontwikkeling ontstaan. Ondertussen heeft ook de provincie zich erbij aangesloten gezien haar opgave natuur in de hele polder te realiseren.”

Fonds neemt terughoudendheid weg

Het is een mooi verhaal, zegt Rozing. “Maar er zitten natuurlijk allerlei haken en ogen aan en allerlei discussies en we zijn er al jaren mee bezig. Tegelijkertijd maakt dit voorbeeld duidelijk dat meervoudige investeringen nodig zijn om het project van de grond te krijgen.” Een fonds voor meervoudige financiering zou heel welkom zijn om dit type projecten op meerdere plekken van de grond te krijgen. Rozing: “Je kunt er de terughoudendheid mee wegnemen en ook moeilijkere locaties van de grond tillen waar de gezamenlijkheid misschien net iets minder vanzelfsprekend is. Vanuit zo’n fonds is het eenvoudiger om partijen bij elkaar te brengen en gezamenlijkheid te creëren.”


Beeldmerk UP Bodem & Ondergrond