Afbouw nazorg IBC-locaties

Gepubliceerd 8 april 2019

Startbijeenkomst Community of Practice in Dordrecht

De nazorg van verontreinigde IBC-locaties – waarbij de afkorting staat voor Isoleren, Beheersen en Controleren – kost jaarlijks een enorme hoeveelheid geld. Het UP stimuleert gemeenten daarom graag om tot afbouw van deze zorg te komen. Onder meer door het oprichten van een Community of Practice waarin gemeenten, provincies, kennisinstituten en adviesbureaus kennis delen over de afbouw. Op 12 april vindt de kick-off plaats in Dordrecht.

Niet voor niets is Dordrecht de plaats van handeling. Deze gemeente is al langere tijd actief aan de slag met de afbouw – en waar mogelijk het stoppen – van de nazorg. Rob Mank, senior-beleidsmedewerker bodem en ondergrond van de gemeente: “Een jaar of tien geleden was er sprake van dat gemeenten vanaf 2015 de nazorg zelf zouden moeten bekostigen. Hoewel dat niet is gebeurd, zijn we wel aan de slag gegaan met de afbouw van die nazorg. Om te kunnen stoppen moet je bij het bevoegd gezag aantonen dat er sprake is van een stabiele situatie, er geen blootstellingsrisco’s zijn en de verontreinigen zich niet verspreiden.”

Inspirerende bijenkomst en publicaties

“In Dordrecht konden we dat voor verschillende locaties aantonen en daarmee dus ook de nazorg beëindigen”, vervolgt Mank. “Er bleef toch nog een tiental locaties over, waar we minder goed mee uit de voeten konden. Een door het UP georganiseerde bijeenkomst in Deventer in 2017 en de publicatie van twee rapporten over deze problematiek in 2018 inspireerden om met hernieuwde energie aan de slag te gaan. We hebben toen aan Deltares gevraagd te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de afbouw van de nazorg bij de resterende locaties in gang te zetten.”

Biologische afbraak vaak heel effectief

Nanne Hoekstra, van Deltares: “Indertijd – in de jaren ‘80 van de vorige eeuw – ging men er bij het maken van plannen voor IBC-locaties vanuit dat er voor de ‘eeuwigheid’ nazorg nodig zou zijn. Er werd nog helemaal geen rekening gehouden met bijvoorbeeld biologische afbraak; afbraak van verontreinigingen door micro-organismen. Terwijl dat een heel belangrijk proces is, dat vaak veel effectiever en minder kostbaar is dan het slaan van damwanden om een verontreiniging te isoleren. Die moet je per slot van rekening ook een keer vervangen.”

Afbraak stimuleren

Afbraak is soms al voldoende om de verontreiniging op z’n plek te houden. Hoekstra: “Wanneer dat zo is, voorkom je al dat een steeds groter gebied wordt aangetast. Als je bovendien geen blootstellingsrisico’s hebt, hoef je in principe nog maar weinig aan zo’n locatie te doen en kun je bijna volstaan met het controleren of die afbraak blijft doorgaan. De componenten die bij die afbraak horen moeten wel blijvend aanwezig zijn. Soms moet je maatregelen nemen om die afbraak te stimuleren, bijvoorbeeld door zuurstof of voedingsstoffen toe te voeren.”

Positieve verandering van mindset

Hoewel (het stimuleren van) biologische afbraak niet voor alle IBC-locaties uitkomst zal bieden, omdat er ook stoffen zijn die slecht afbreken of helemaal niet, is er wel veel laaghangend fruit te plukken. Dat dat – ondanks het feit dat er al geruime tijd inzicht bestaat in biologische afbraakmechanismen – nog niet eerder is gebeurd, is naar het idee van Hoekstra vooral een kwestie van mindset. “Er was nu eenmaal afgesproken dat de locaties eeuwige zorg zouden krijgen. Vanuit dat perspectief is het minder vanzelfsprekend om te onderzoeken hoe je met nazorg kunt stoppen. Het is daarom positief dat die zienswijze nu verandert.”

Kennis brengen en kennis halen

Op 12 april tijdens de startbijeenkomst van de Community of Practice (CoP) presenteren gemeente Dordrecht en Deltares hun bevindingen. Mank: “De kennis die we in Dordrecht hebben opgedaan delen we in die CoP met andere gemeenten en provincies, maar ook kennisinstituten en adviesbureaus nemen deel. We brengen kennis, maar we hebben zelf ook behoefte aan feedback en kennis en ervaring van anderen. Zowel vanuit de overheden, als van kennisinstellingen en de advieswereld. Dat helpt ons weer verder.”


Beeldmerk UP Bodem & Ondergrond