Maatschappelijke vraag naar bodemdiensten in de landbouw

In opdracht van het ministerie van LNV hebben CLM, DLV Groen & Ruimte en NMI de concrete mogelijkheden van bodemdiensten verkend die de landbouw zou kunnen leveren aan de samenleving. Deze verkenning, uitgewerkt in een viertal cases, is een bouwsteen voor het bodembeleid van LNV en VROM dat is vastgelegd in de Beleidsbrief Bodem (TK, december 2003).

Rapport

De 4 bodemdiensten zijn:

  1. Voorbereiden van landbouwgrond op een functieverandering naar natuur, door verschraling in ruil voor een vergoeding of voor extra grond die een terreinbeheerder in gebruik aanbiedt.
  2. Bescherming van aardkundige/ archeologische waarden (zoals wierden, bijzondere aardlagen, microreliëf) door beperking van de grondbewerking in ruil voor een vergoeding.
  3. Verminderen van emissie van broeikasgassen (kooldioxide, lachgas) door grasland niet te scheuren en grondbewerkingen te verminderen, via het instellen van een bonus-malusregeling.
  4. Tegengaan van bodemdaling op veengronden door ondiepe drainage in combinatie met verhoogde waterstand, in ruil voor vergoeding voor aanlegkosten.

De vier bodemdiensten zijn (regionaal) uitgewerkt in interviews met potentiële vragers en deskundigen en in workshops met mogelijke vragers en aanbieders. Deelnemers zijn onder andere vertegenwoordigers van provincies, waterschappen, LNV, Dienst Landelijk Gebied, Rijksdienst voor Oudheidkundig bodemonderzoek, Natuurmonumenten (de vragers) en individuele agrariërs (de aanbieders).

Belangrijke aspecten in de uitwerking zijn de onderbouwing van het belang van de bodemdienst voor verschillende vragers, het te verwachten effect van de maatregel, de benodigde stimulans of beloningsvorm en daarmee gepaard gaande kosten voor de vrager, en de monitoring van de effecten.

Downloads

Maatschappelijke vraag naar bodemdiensten in de landbouw (pdf, 2.8 MB)