Functiescheiding bij bodembeheer

Ongewenste beïnvloeding van bodemintermediairs door de eigenaren / initiatiefnemers moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Om een onafhankelijke functie-uitoefening te waarborgen is in het besluit de verplichting tot functiescheiding opgenomen. Dit is toegespitst op de relatie opdrachtgever / eigenaar versus bodemintermediair.

Externe functiescheiding is het uitgangspunt. Interne functiescheiding is onder de volgende voorwaarden ook toegestaan:

  • het organisatiedeel dat de werkzaamheid uitvoert dient, wat betreft (directe) aansturing op managementniveau, aantoonbaar en controleerbaar gescheiden te zijn van het organisatiedeel dat de rol van opdrachtgever vervult;
  • het organisatiedeel dat de werkzaamheid uitvoert dient te beschikken over een zelfstandige begroting waaruit onafhankelijkheid moet blijken van het organisatiedeel dat de rol van opdrachtgever vervult;
  • de bestuurlijke verantwoordelijkheden voor de uitvoering van de werkzaamheden dient bij een andere bestuurder te zijn ondergebracht dan de bestuurder die verantwoordelijk is voor de opdrachtgever.

Indien interne functiescheiding is opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit en de bodemintermediair is erkend voor de betreffende werkzaamheid, dan wordt verondersteld dat aan de voorwaarden van interne functiescheiding is voldaan.

Voor certificeringinstellingen en inspectie-instellingen is externe functiescheiding verplicht.

Meer informatie