Zijn toezichthouders van gemeenten en provincies bevoegd om toezicht te houden op verplichtingen die bij of krachtens hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) zijn gesteld en zijn de toezichthouders bevoegd om inlichtingen te vorderen?

Vraag

Zijn toezichthouders van gemeenten en provincies bevoegd om toezicht te houden op verplichtingen die bij of krachtens hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) zijn gesteld en zijn de toezichthouders bevoegd om inlichtingen te vorderen?

Antwoord

De bevoegheid om inlichtingen te vorderen (en zonodig met een dwangmiddel af te dwingen) is een bevoegdheid voorbehouden aan toezichthouders. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een toezichthouder degene die krachtens wettelijk voorschrift is belast met toezicht (artikel 5:11 Awb). Hoofdstuk 2 van het Bbk is gebaseerd op hoofdstuk 11 Wet milieubeheer (Wm). In artikel 18.4, derde lid van de Wm is bepaald dat met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken wet bepaalde binnen hun ambtsgebied zijn belast de bij besluit van GS en B&W of andere met de uitvoering van de betrokken wet belaste bestuursorganen aangewezen ambtenaren. Met “de betrokken wet” wordt bedoeld een van de wetten genoemd in artikel 13, tweede lid Wm (o.a. Wet bodembescherming).

Voor het toezicht op alle wettelijke verplichtingen die bij of krachtens de Wm en de in artikel 13, tweede lid genoemde wetten zijn gesteld, zijn de toezichthouders van de desbetreffende gemeente en provincie bevoegd. Daarbij geldt uitdrukkelijk wel dat het College van B&W respectievelijk het College van GS de ambtenaren moet hebben aangewezen als toezichthouder voor hoofdstuk 11 van de Wm. Tevens geldt uiteraard dat de toezichthouders alleen bevoegd zijn voor inrichtingen en saneringslocaties die binnen de gemeente / provincie zijn gelegen. Dat betekent derhalve dat de toezichthouder van de gemeente of provincie die een controle uitvoert op een bodemsanering tevens bevoegd is om toezicht te houden op de verplichtingen die bij of krachtens hoofdstuk 2 Bbk zijn gesteld. Deze toezichthouder kan dus van de betrokkenen vorderen dat zij inlichtingen verstrekken omtrent zaken die binnen het kader van Kwalibo vallen.