Bodeminformatiesysteem

In een bodeminformatiesysteem (BIS) wordt de bodeminformatie uit uitgevoerde onderzoeken geregistreerd. De geregistreerde bodeminformatie bestaat uit locatie-specifieke historische gegevens, beschikbare (bodem)onderzoeken, landelijke inventarisaties en beschikkingen in het kader van de Wet bodembescherming.

Per jaar zijn er ongeveer 20.000-30.000 bodemonderzoeken waaruit nieuwe bodeminformatie komt en die vervolgens moet worden beheerd. Deze bodeminformatie bestaat voornamelijk uit informatie over de huidige bodemkwaliteit en bodemopbouw op een specifieke locatie. Overheidsinstellingen (provincies, gemeenten en omgevingsdiensten) gebruiken aparte BIS’en voor de registratie van bodeminformatie. Een werknemer kan gegevens invoeren, veranderen en opvragen in de BIS. De gegevens van de BIS kunnen zowel digitaal opgeslagen zijn in een database of opgeslagen zijn in een papieren archief.

Het is wel belangrijk dat deze bodeminformatie beschikbaar is. Het borgen en daarmee beschermen van de bodemkwaliteit in projecten kan namelijk alleen met de juiste bodeminformatie. Daarom is in 2007 de Europese Richtlijn INSPIRE opgezet die streeft naar wet- en regelgeving voor een (internationale) data-infrastructuur. In 2009 is deze richtlijn vertaald naar Nederlandse wet- en regelgeving. Dit zijn de Wet Basisregistratie Ondergrond en Wet uitvoering verdrag van Aarhus. Deze wetten stellen dat bodeminformatie toegankelijk moet zijn voor iedereen.

Vanwege de aanwezigheid van bodemverontreiniging kunnen er ook beperkingen opgelegd worden in gebruik van de locatie of een verplichting tot het (laten) treffen van maatregelen. Dit zijn publiekrechtelijke beperkingen die voortvloeien uit een beschikking in het kader van de Wet bodembescherming. De  Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) heeft tot doel om deze publiekrechtelijke beperkingen beter bekend te maken.

Gegevensuitwisseling

Om de bodeminformatie uit een BIS algemeen toegankelijk te maken vindt er gegevensuitwisseling plaats van BIS’en uit digitale databases naar een landelijke database (zie ook onderstaand figuur). De landelijke database levert informatie aan diverse te gebruiken producten. De database levert niet alleen data aan het  Bodemloket, maar ook aan andere online viewers zoals de Atlasleefomgeving en de WKO-tool. De Altas Leefomgeving en de WKO-tool gebruiken de bodeminformatie om verschillende thematische kaarten te maken. Deze kaarten geven een algemeen overzicht van de bodemkwaliteit, maar zijn vaak te grof om de bodemkwaliteit op lokale schaal te bepalen.

gegevensuitwisseling
Figuur gegevensuitwisseling: De opslag van gemeentelijke, provinciale en Wbb-bevoegde gezagen gebeurt in lokale databases. Er zijn verschillende mogelijkheden om gegevens uit BIS’en uit te wisselen naar de landelijke database, zodat deze voor iedereen beschikbaar komt in de landelijke viewer Bodemloket.

Beheer van bodeminformatie

De decentrale overheden zijn verantwoordelijk voor hun eigen lokale datasets en voor de uitwisseling van de gegevens naar de landelijke database. De overheid beheert en controleert de landelijke database en Bodemloket volgens het SIKB protocol. Rijkswaterstaat Bodem+ ondersteunt de overheid in de uitvoering hiervan.