LIFE (EU-programma)

LIFE is een Europees subsidieprogramma voor milieu- en klimaatprojecten. Het loopt al vanaf 1992. LIFE onderscheidt vier pijlers waarbinnen de subsidie wordt verdeeld: natuur, milieu, klimaat en circulaire economie.

Voorbeelden van ‘bodemprojecten’ in het LIFE-programma

Voorbeelden van LIFE-projecten op het gebied van bodem:

  • Soil4Life (Italië, Frankrijk, Kroatië): implementatie van de FAO-guideline voor bodemmanagement in een Mediterrane omgeving
  • LIFE POREM (Italië, Spanje, Tsjechië): project gericht op het verhogen van het organisch stofgehalte van bodems door de toepassing van pluimveemest
  • LIFE FutureForest (Duitsland): LIFE FutureForest richt zich op de verbinding tussen bos- en bodemecosysteemdiensten. Het project laat op lokaal en regionaal niveau zien hoe de verslechtering van de bodem- en boskwaliteit kan worden voorkomen. En hoe duurzame bosbouw is te ontwikkelen en te behouden.
  • LIFE-BIOREST (Italië): dit project had tot doel om risico’s van bodemaantasting te verkleinen door de bedreigingen te benoemen en weg te nemen. Het project richtte zich specifiek op de wijngaarden in de Noord-Apennijnen in Italië.
  • LIFE CO2SAND (Nederland): het doel van het LIFE CO2Sand project is om het organisch stofgehalte van zandgronden te verhogen. Meer organisch stof heeft een positief effect op de sponswerking van deze gronden. Organisch stof legt CO2 vast en heeft een positief effect op de vruchtbaarheid en het watervasthoudend vermogen.

Meer weten?

Meer over LIFE in Nederland is te vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

CO2Sand

Een van de LIFE-projecten waarin Nederland een trekkersrol heeft is het project CO2Sand. LIFE CO2SAND is een klimaatadapatieproject. Door klimaatverandering is het beregenen van landbouwgrond soms niet meer toegestaan. Door droogte gaan bodems achteruit. Schrale zandgronden lijden hier het meest van. Boeren zijn gebaat bij land dat beter tegen de droogte kan. Land met meer veerkracht.

Tegelijkertijd is er een overschot aan vruchtbare bovengrond dat niet wordt benut. Zo komt er bijvoorbeeld kleigrond vrij uit infrastructurele werken van Rijkswaterstaat. Zandgronden kunnen deze kleigrond goed gebruiken. Dankzij de klei kan de grond beter water, organische stof en mineralen vasthouden. Dit is goed is voor de vruchtbaarheid van de landbouwbodem. Bovendien wordt extra organische stof vastgehouden in de bodem door binding aan kleideeltjes. Zo legt de bodem CO2 (koolstof) uit de lucht vast.

CO2SAND richt zich dan ook op het benutten van vrijkomende grond en bodembeheer van zandgronden met als doel:

  • het vergroten van de veerkracht van zandige agrarische gronden tegen de gevolgen van langdurige droogte en overvloedige regenval.
  • het benutten van vrijkomende klei, zavel en leem in zandgrondgebieden. Deze grondstromen komen vrij bij verandering van landgebruik (woningbouw, aanleg infrastructuur, aanleg bedrijventerreinen, afgravingen voor natuurdoeleinden).
  • het benutten van de potentie van agrarische zandgronden om extra koolstof vast te leggen. Dit gebeurt door vergroting van de fijne fracties. Hiermee zijn klei-humuscomplexen te vormen. Deze verbeteren de vochthuishouding, de bodemvruchtbaarheid en de bodembiologie, en daarmee de biodiversiteit en weerbaarheid tegen ziekten. De extra vastgelegde CO2 draagt bij aan klimaatmitigatie.

Te verwachten bijkomende milieubaten zijn:

  • verminderde uitspoeling van nutriënten en daardoor een betere grondwater- en oppervlaktewaterkwaliteit. Hierdoor is minder gebruik van kunstmest nodig.
  • betere grondwaterkwaliteit en minder grondwateronttrekkingen voor beregening.
  • grotere bodembiodiversiteit. Hier hebben op hun beurt gewassen en hogere diersoorten zoals vogels en dassen baat bij.
  • behoud van de bodemvruchtbaarheidsfunctie van overtollige klei die vrijkomt bij ‘land take’ door bouw- en infrastructuurprojecten.

Contactpersonen: Joyce Zuijdam (joyce.zuijdam@rws.nl) en Leon Claassen (l.claassen@gelderland.nl)