Onderzoekstechnieken

Milieuhygiënische bodemonderzoekstechnieken

De meeste bodemonderzoeken bepalen de bodemkwaliteit door boringen te doen en monsters te nemen van de bodem. Het nemen van monsters gebeurt veel handmatig met een edelmanboor en guts, maar dit kan ook mechanisch. Een erkend laboratorium onderzoekt vervolgens de monsters naar schadelijke stoffen en bodemparameters. Sommige bodemparameters kunnen direct in het veld worden gemeten, bijvoorbeeld textuur, bodemvocht, temperatuur of de EC waarde. Een manier om direct de aanwezigheid van bepaalde stoffen te bepalen is met een XRF handscanner. Deze scanner kan in het veld de waarden van zware metalen zoals lood en kwik meten. De onderzoekstechnieken bij milieuhygiënisch onderzoek hangt af van de onderzoeksstrategie. Een overzicht van de type onderzoekstechnieken staat op de website van de Bodemrichtlijn.

Biologische bodemonderzoekstechnieken

Het bodemleven is zeer complex. Daarom gebruikt biologisch bodemonderzoek bepaalde indicatoren om de bodemkwaliteit te bepalen. Vanwege de complexiteit van het bodemleven zijn er vele verschillende sets aan bodembiologische indicatoren beschikbaar. De meest beperkte set bevat drie indicatoren: de hoeveelheid regenwormen en springstaarten (Collembola) en de bodemademhaling. De uitgebreide sets gebruiken wel 183 bodembiologische indicatoren. Vaak zegt de hoeveelheid en het type regenwormen en springstaarten hoeveel bodemleven er in totaal aanwezig is in de bodem. Deze soorten kunnen namelijk niet leven als er geen andere soorten aanwezig zijn. Een andere techniek is om te kijken naar de biologische beschikbaarheid van nutriënten in de bodem. Door chemische parameters te meten, zoals de aanwezigheid van nutriënten in de bodem, kan een inschatting worden gemaakt van het aanwezige bodemleven. Iedere bodemsoort heeft een bepaalde verhouding aan nutriënten nodig en zal deze wegnemen uit de bodem. Dezelfde techniek wordt ook vaak in waterlichamen gebruikt.

Een andere mogelijkheid om biologisch bodemonderzoek te doen is door te kijken naar de plantensoorten bovengronds. Een plant heeft het bodemleven nodig om te groeien en zal ook een specifiek bodemleven aantrekken en onderhouden. Een gezonde plant is dus een indicatie voor een gezond bodemleven. Een planteninventarisatie zegt dus ook iets over de milieuomstandigheden.

Geotechnische en geohydrologische bodemonderzoekstechnieken

Geotechnische en geohydrologisch onderzoek kunnen vaak in combinatie uitgevoerd worden. Voor het uitvoeren van geotechnisch onderzoeken worden vaak sonderingen geplaatst. Er zijn verschillende typen sonderingen waaronder seismische sonderingen. Voor het uitvoeren van geohydrologisch onderzoek wordt vaak de grondwaterstand, de bodemopbouw en de grondwaterstroming bepaald. Voor het bepalen van grondwaterstanden kunnen dataloggers gebruikt worden. Om de bodemopbouw en de geohydrologische omstandigheden goed te karakteriseren wordt er gekeken naar verschillende factoren. Een overzicht van de type onderzoekstechnieken staat op de website van de Bodemrichtlijn.

De uitvoering van bodemonderzoek verandert met de tijd. Nieuwe inzichten, nieuwe belangrijke thema’s, nieuwe onderzoekstechnieken of nieuwe opgaven kunnen zorgen voor een andere uitvoering van bodemonderzoek en kunnen ook veranderen wat wordt onderzocht. De afgelopen jaren onderzoekt en ontwikkelt het Kennis- en Innovatieprogramma Bodemonderzoek van de Toekomst nieuwe onderzoeksstrategieën. De inhoud van deze pagina over bodemonderzoek kan dus veranderen als er nieuwe inzichten zijn over het bodemonderzoek van de toekomst.


erkenningen werkendam bodemonderzoek MG 5279