Activiteiten Kennis- en Innovatieontwikkeling

Binnen Kennis- en Innovatieontwikkeling hebben we de volgende vier activiteiten:

  1. Kennisbudget, uitvraag en aanbestedingstrajecten
  2. KOBO-HO
  3. Nationaal BodemTraineeship
  4. Werkplaatsen, Gilde-achtig werken

1. Uitvragen vanuit het Kennisbudget

In verschillende fases doen de Convenantspartijen van het Bodemconvenant uitvragen naar projecten die bijdragen aan duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond. Bij de Uitvragen leest u meer over deze uitvragen en gegunde projecten.

2. KOBO-HO

In 2011 is het Kennis- en Onderwijscentrum Bodem en ondergrond voor het Hoger Onderwijs (KOBO-HO) gestart. Doel van het netwerk KOBO-HO is het versterken van de rol van bodem en ondergrond in het hoger onderwijs. Er is geconstateerd dat in reguliere opleidingen steeds minder aandacht wordt besteed aan scholing gericht op kennis van het bodem- en ondergrondsysteem, dat de bodemprofessional van de toekomst steeds meer in integrale gebiedsprocessen een rol zou moeten spelen en dat we te weinig professionals opleiden om aan de toekomstige behoefte van het werkveld te voldoen. Het netwerk ontwikkelt zich door naar een platform voor werkveld en hogescholen waarin actuele kennis, praktijkopdrachten, gastcolleges en studenten kunnen worden uitgewisseld. Ook ondersteunt het Platform een Minor Bodem en Ondergrond in het HBO.

Gedurende het gehele convenant ondersteunen we een verdere samenwerking tussen het KOBO en het UP door de mogelijke inzet van studenten bij regionale projecten, het benutten van de regionale netwerken van KOBO-HO en het versterken van de positie van het onderwerp bodem en ondergrond binnen andere opleidingen (planologie/water/etc.). Het netwerk helpt zo het uitvoeringsprogramma bij haar doelstellingen over kennisontwikkeling en kennisdisseminatie.

Aandachtspunten zijn een verdere vergroting van het aantal studenten dat met bodem en ondergrond in aanraking komt (inclusief vergroting van het aantal deelnemers aan de Minor), verdere vergroting van de betrokkenheid van hogescholen en verbinding met universiteiten. Ter ondersteuning van deze doelstellingen zijn er per regio ambassadeurs benoemd.

3. Nationaal BodemTraineeship

Het Nationaal BodemTraineeship biedt starters op de arbeidsmarkt de kans om zich te ontwikkelen tot professionals die klaar zijn om de toekomst van bodem en ondergrond te helpen vormgeven. In 2016 is gestart met het Nationaal BodemTraineeship (NBT). Het doel van het bodemtraineeship is tweeledig. Aan de ene kant biedt het programma voor afgestudeerden met een interesse in bodem de kans om zich snel en onder goede begeleiding te ontwikkelen en om al op jonge leeftijd een breed netwerk op te bouwen. Aan de andere kant is het voor de sector een mogelijkheid om jong talent aan te trekken en te binden. Jongeren met een brede blik op bodem zijn namelijk hard nodig om de bodemsector toekomstbestendig te maken.

Het NBT is een initiatief van diverse partijen uit het werkveld, waarbij nauw wordt samenwerkt met het Nationaal Watertraineeship. Het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond, initiatief Bewust Bodemgebruik, JongSTRONG en Bodem+ steunen het bodemtraineeship. Door de samenwerking met het Nationaal Watertraineeship kan zo goed mogelijk gebruik worden gemaakt van de ervaringen uit de watersector, en kunnen de verbindingen tussen de werkvelden van water en bodem en ondergrond worden versterkt.

Het Uitvoeringsprogramma ondersteunt het NBT door trainees te verbinden aan geïnteresseerde partijen (overheden/bedrijfsleven/kennisinstellingen) en te stimuleren dat partijen jong afgestudeerden een kans geven binnen hun eigen organisaties. Vanaf mei 2016 heeft het UP samen met de Unie van Waterschappen een trainee aangesteld (Martijn Erkelens) om de verbinding tussen het UP en de waterschappen mogelijk te maken en ook om het Kennis-project te ondersteunen. In het traineeship kunnen jongeren in de bodemsector zich in 2 jaar ontwikkelen tot een zelfsturende professionals met een brede blik op bodem. Zo is de sector zeker van een betrouwbare instroom van jong talent, en helpen we jonge professionals op weg naar een succesvolle carrière in de bodemsector.

4. Werkplaatsen, Gilde-achtig Werken

Het bodem- en ondergrondwerkveld is vergrijsd, waardoor kennis en ervaring verdwijnt in de komende jaren. Daarnaast is er instroom van jonge professionals nodig. Zowel de ervaren als de jongere bodemmedewerkers hebben behoefte aan een structuur om ervaringskennis uit te wisselen. Om hier voor te zorgen wordt een vernieuwende aanpak ontwikkeld via ‘werkplaatsen’. Doel van deze activiteit is om bij overheden de ervaringskennis over te brengen op andere medewerkers. Hiertoe ontwikkelen we en experimenteren we met de inzet en instroom van ervaring met Bodemgildes volgens de meester-gezel-leerling-aanpak.

Werkplaatsen zijn geen doel op zich, maar hebben als doel ervaringskennis volwaardig in het spel te brengen. Of nog subtieler: te laten stromen. De vier karakteristieken van Werkplaatsen zijn:

  1. Ze richten zich op een klein, lokaal, concreet en holografisch vraagstuk, waar mogelijk.
  2. Tenminste vier van de vijf sferen zijn erbij betrokken.
  3. Er wordt narratief gewerkt, en
  4. Zogenaamde momenten van de moeite worden niet omzeild. Dat lukt alleen als er dialoog is (met elkaar) en geen discussie (tegen elkaar).

Via Werkplaatsen (Geldof c.s.) en Werkplaats ‘gewoon’ een werkvorm? vindt u meer informatie.


beeldmerk UP Convenant BenO